Hoe werkt de Rassenlijst?


Hoe werkt de Rassenlijst?

Ik heb een Rassenlijst gemaakt. Dit omdat vele paarden, pony, ezel en zebra rassen per land en zelfs per streek anders worden genoemd. Het is dus zo dat één ras vele verschillende 'namen' kan hebben. Dit schept soms verwarring. Daarom heb ik getracht een lijst te maken op alfabet.
Weet jij nog een verbetering of aanvulling voor de rassenlijst, dan hoor ik het natuurlijk graag van je!

vrijdag 20 maart 2009

Fokkerij IJslanders

Fokkerij IJslanders

(verslag van een lezing van Ad Voeten)

Al 54 miljoen jaar geleden leefde "Eohippus", de vroegst bekende voorouder van ons huidige paard, op aarde. In de loop van de tijd evolueerde Eohippus, via nog een handjevol andere "hippussen", van een ongeveer 30 cm hoge zachte-planteneter op kussenvoetjes naar het ca. 150 cm hoge paard dat ongeveer 5000 jaar geleden door de mens werd gedomesticeerd en dat sindsdien niet meer weg te denken is geweest uit het dagelijks leven van de mens.

Globaal gezien ontstonden in het noorden van onze aardbol de koudbloedtypes (oerpony, toendrapony) en in het zuiden de warmbloedtypes (steppenpaard, oerarabier).

In de 9e eeuw werden de eerste paarden in bootjes naar IJsland vervoerd. Dit waren pony's die afstamden van het noordelijke koudbloedtype. Aan de hand van de verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke paarden besprak Ad de geschiktheid van de noordelijke paarden (in ons geval dus de IJslander) om te leven in barre voedsel- en weersomstandigheden. Hierbij werd duidelijk dat de IJslander is uitgerust met lichamelijke eigenschappen die hem zeer weerbaar maken tegen deze omstandigheden. Te denken valt bijvoorbeeld aan de weelderige beharing; de gewelfde ribben, die veel plaats bieden aan de spijsverteringsorganen; de vorm en plaatsing van kaken en tanden/kiezen; de botten, die veel merg bevatten, waardoor de doorbloeding van de benen erg goed is (belangrijk bij kou).

Momenteel blijkt dat de eisen die de FEIF stelt aan het exterieur van de IJslander niet allemaal meer overeenkomen met de eigenschappen die een oerpaard als de IJslander van huis uit altijd heeft gehad. Denk hierbij aan de voorkeur voor grote ogen of een hoge schoft. Ook worden beenstanden die min of meer typisch zijn voor oerpaarden, zoals koehakkigheid en sabelbenigheid, als fout aangemerkt. Zo zie je dat de IJslander, ondanks de raszuiverheid, toch langzamerhand door de invloed van de mens aan het veranderen is. Wat in ieder geval heel belangrijke punten blijven bij het beoordelen van het exterieur van de IJslander zijn de goede gewrichten, een goed bespierde bovenarm en -been en goede hoekingen.

Heel interessant is ook de samenhang tussen exterieur en gangen. De Duitsers Bruno Podlech (beheerder Stoeterij Wiesenhof) en Rosl Rössner (IJslander-trainster) hebben hier onderzoek naar gedaan. Hun bevinding is dat exterieur, gangen en energieniveau van een paard elkaar onderling sterk beïnvloeden. In samenhang met het exterieur werd het hele gangenscala, verlopend van 3-ganger, via doorgebroken draver, 4-ganger, natuurtölter, 5-ganger, rentelganger, tot natuurtelganger besproken. Daarbij benadert de eerste uit het rijtje de harmonische bouw van het "grote paard" het meest, terwijl de laatste veelal een korte rechte hals, een ver naar voren geplaatste schoft en een rechte en stijve rug bezit, dus zo'n beetje het tegenovergestelde beeld. Tussen deze twee uitersten in zie je een geleidelijke verschuiving in bouw van het eerste naar het laatste type. Het leuke is dat als je dit gegeven probeert toe te passen op paarden die je kent, je echt verschillende types kunt herkennen.

Tenslotte deed Ad nog enkele opvattingen over lijnenteelt uit de doeken. Het simpele principe van de lijnenteelt is als volgt: als de merrie uit de zelfde bloedlijn komt als de hengst komen de goede eigenschappen van twee kanten en zal het erfelijk materiaal van het veulen vrij fokvast zijn. Hieruit volgt dat als niet volgens dit principe gefokt wordt het voor kan komen dat een veulen van een goede hengst wat betreft zijn/haar erfelijke eigenschappen helemaal niet fokvast is, ook al lijkt het nog zo veel op de goed verervende vader. Het kan dus een zeer goed paard zijn, maar foktechnisch gezien is het eigenlijk een eindprodukt.
(MvR)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Volgers