Paarden houden in IJsland
Er is ooit, vele jaren geleden, een discussie geweest over het houden van IJslandse Paarden. Daarbij ging het vooral om de vraag of het paard het hele jaar door buiten, of in de wintermaanden op stal gehouden moest worden. Intussen hebben de ruiters van het vasteland genoeg ervaring opgedaan en hoeven IJslandse ruiters hun vrienden in het buitenland niet veel meer te leren.
Hoe de IJslanders zelf te werk gaan (en waarom) wordt hieronder uiteengezet.
Pas vanaf begin juni is er weer genoeg groen gras op de IJslandse weiden. De stallen aan de rand van Reykjavik en de dorpen in het land staan leeg. De paarden verblijven op de zomerweiden en worden in de weekends en af en toe op meerdaagse ritten gereden. Men rijdt naar de landelijke wedstrijden, de grote ruiterevenementen en soms door het hoogland.
In augustus beginnen de paarden al weer vet te worden en moeten naar kleinere en schralere weiden gebracht worden. Een maand later wordt het herfst en zullen alle ruiters hun paarden met herfstvakantie sturen.
De redenen daarvoor? Van nu af aan wordt het steeds vroeger donker, het is regenachtig en bewolkt. De herfst is de tijd van de grote stormen en zware regens. In de tijd van de vachtwisseling zijn de paarden bijzonder gevoelig voor kou en vocht. De volledige wintervacht biedt een zeer goede bescherming, die echter vooral op de plaats van het zadel zwakker wordt, als men blijft doorrijden en de paarden gaan zweten.
Wie nu om de een of andere reden nog rijdt, laat zijn bezwete paard niet in een koude regenstorm of tijdens nachtvorst buiten staan maar zet hem tot de volgende ochtend in een tochtvrije, gesloten stal.
In Nederland kun je zelfs midden in november nog groen gras op de weiden zien staan. Vanaf september is het meeste gras in de IJslandse weiden geel en houterig en daardoor zulk minderwaardig voedsel, dat de paarden hiervan veel grotere hoeveelheden moeten eten dan tijdens de zomer om een gelijke hoeveelheid nuttige voedingsstoffen binnen te krijgen. Geweldige grasbuiken zijn hiervan het gevolg.
Wie dus in de herfst in IJsland wil rijden zit op een dik, zwetend paard in de regen en in het donker, want vanaf half november is het alleen nog maar licht tijdens de middaguren. En de voortdurende duisternis werkt bij mens en dier op het gemoed. Urenlang staan de kuddes ergens in de luwte, terwijl de wind fluit en huilt.
Zeer onaangenaam, en voor jonge of te magere paarden zelfs gevaarlijk, zijn de nachten waarin na de regen de vorst inzet. Omdat de paarden met hun achterhand naar de wind gaan staan, gaat de natte vacht tegen de haargroei in omhoog staan en bevriest.
Wie daartoe mogelijkheid heeft, zet vooral de jonge paarden enkele uren op stal, zodat ze kunnen ontdooien en hun vacht weer glad komt te liggen. Anders wordt bij herhaling de vacht uiteindelijk "open", en doordat vervolgens de huid steeds meer vet gaat afscheiden kunnen zich de gevreesde "Hnjúskar" (harde verkleefde plukken haar) gaan vormen. Als deze "Hnjúskar" zich over de hele rug uitbreiden, kan de regen tot op de huid doordringen. Dergelijke paarden vermageren dan zeer snel en kunnen zelfs, als er niets aan gedaan wordt, sterven.
De meeste paardenmensen gaan graag in de vrije dagen tussen Kerstmis en Nieuwjaar uit rijden. In het laatste weekend van november en in december ziet men vele ruiters met hun paarden onderweg naar de stallen. De onbeslagen, dikke, ongetrainde paarden worden niet vanuit de weide bereden.
Al snel zijn de stallen weer bevolkt en heerst er bedrijvigheid in het paardendorp. De stalbezoeken behoren weer tot de dagelijkse bezigheden.
Pas na een week op stal worden de paarden voor de eerste keer zeer rustig gereden. De eerste tijd duren deze ritten zelden langer dan een uur.
Als het weer lichter begint te worden zijn de dikke, trage kuddedieren weer veranderd in temperamentvolle rijpaarden.
(Als tijdens winterse zondagen kerkdiensten gehouden werden, kon men vroeger de paarden van de welgestelden zeer eenvoudig herkennen: ze waren, omdat ze op stal gehouden werden, veel smeriger!)
De manier van rijden in de winter op getrainde paarden is eigenlijk hetzelfde als in de zomer. Alleen zweten 's winters de paarden aanzienlijk na de meeste ritten.
Als men nu verwacht dat de staltemperatuur de komende nacht lager wordt dan 5° C of zelfs lager dan 0° C, dan legt de IJslandse ruiter zijn bezwete paard soms een dunne linnen deken op. Als deze deken na enkele uren of de volgende ochtend verwijderd wordt is deze aan de buitenkant vochtig of bevroren. De paardevacht daarentegen is luchtig glad en droog.
Deze zaken gelden uitsluitend voor de rijpaarden in IJsland. Het houden van kuddes is een heel ander hoofdstuk, met als belangrijkste punten: wormbestrijding, hoefverzorging, bescherming tegen de wind en voeding. Paarden, die nog in de late herfst en in een vreemd gebied in een vreemde kudde gezet worden, moeten goed in de gaten worden gehouden, omdat ze zich in het begin niet op hun gemak voelen en minder grazen.
Ook rijpaarden, die in de kudde moeten overwinteren, moeten vaak gecontroleerd worden, omdat in sommige gevallen, na jarenlang stalverblijf in de winter, hun vacht niet meer genoeg bescherming biedt voor het kuddeleven in de donkere tijd.
Hoe werkt de Rassenlijst?
Hoe werkt de Rassenlijst?
Ik heb een Rassenlijst gemaakt. Dit omdat vele paarden, pony, ezel en zebra rassen per land en zelfs per streek anders worden genoemd. Het is dus zo dat één ras vele verschillende 'namen' kan hebben. Dit schept soms verwarring. Daarom heb ik getracht een lijst te maken op alfabet.
Weet jij nog een verbetering of aanvulling voor de rassenlijst, dan hoor ik het natuurlijk graag van je!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten