Hoe werkt de Rassenlijst?


Hoe werkt de Rassenlijst?

Ik heb een Rassenlijst gemaakt. Dit omdat vele paarden, pony, ezel en zebra rassen per land en zelfs per streek anders worden genoemd. Het is dus zo dat één ras vele verschillende 'namen' kan hebben. Dit schept soms verwarring. Daarom heb ik getracht een lijst te maken op alfabet.
Weet jij nog een verbetering of aanvulling voor de rassenlijst, dan hoor ik het natuurlijk graag van je!

zaterdag 21 maart 2009

Shagya Arabier - AMURATH 1881 EEN GENETISCH WONDER

Shagya Arabier - AMURATH 1881 EEN GENETISCH WONDER


AMURATH 1881 EEN GENETISCH WONDER


Inleiding
Sterke merrie genen
Wie is Amurath?
De Amurath-stam
De Duitse Amuraths (Shagya's)
Amurath ShA 1981
Internationaal
Initiatief
Indexen
Specialisatie
Franse springpaarden
Stamboeken
Kennis

INLEIDING
Alhoewel de warmbloedfokkers in Nederland vrij sceptisch omgaan met 'bloed' en met name als het om Shagya/Arabisch bloed gaat, kan geen enkele warmbloedfokkerij op het Europese continent om deze, meer dan unieke, hengst heen. Zonder Amurath zouden we in Nederland geen Sinaeda, geen Farn, geen Rigoletto, geen Ramiro, geen Nimmerdor, geen Voltaire, geen Burggraaf, geen Ferro en ook geen Cocktail om maar een paar van de invloedrijke Nederlandse hoekstenen in de fokkerij te noemen, hebben gehad. Maar ook geen sportgrootheden zoals De Sjiem, Tinka's Boy, Krack C of Aktion. Zonder Amurath zou de Europese sportfokkerij er heel anders hebben uitgezien.

STERKE MERRIE GENEN
Om de gigantisch invloed van Amurath 1881 ox te kunnen verklaren, zijn er twee aspecten die een dominerende rol spelen. In de eerste plaats heeft Amurath het inmiddels bekende lendenmechanisme met de natuurlijke mechanica aan zijn nazaten meegegeven. In de tweede plaats weten we ook min of meer dat de vrouwelijke bijdrage in de paardenfokkerij een grotere rol speelt dan de mannelijke. Dankzij deze fenomenen regelde de natuur dat Amurath zich blijvend manifesteerde in de merriestammen van de internationale sportgrootheden. Uit wetenschappelijke onderzoeken van reeds in 1938 en recent wetenschappelijk onderzoek (Reiter Revue 11/2002) is onomstotelijk vast komen te staan dat de merries genetisch een grotere invloed hebben dan de hengsten. Een ervaringsfeit waar serieuze fokkers al veel langer kennis van hebben. Met duizenden jaren ervaring wisten de bedoeïenen dat al zeker en roofden zij om die reden alleen de merries van de naburige stammen. Vandaar dat de farao's als eersten hun paarden naar families indeelden en de bedoeïenen deze ervaringsfeiten volgden. Een merrieveulen krijgt van de moeder en van de vader elk 1 X-chromosoom, terwijl de hengstveulens het X-chromosoom alleen van de moeder en het Y-chromosoom alleen van de vader ontvangen. In de laatste onderzoeken is vooral de aandacht gevestigd op het mitochondrieënaspect. Dit zijn celorganen die hoofdzakelijk als energieleverancier voor de stofwisseling tekenen. Naast de in de celkern liggende genen bevatten ook de mitochondrieën ringvormig aangelegde erfelijke informatie. De meeste lichaamscellen bevatten ongeveer 10.000 mitochondrieën, die bijna uitsluitend via de moeder worden doorgegeven. Bij gebruiksdieren zijn er duidelijke aanwijzingen dat de materanale vererving voornamelijk kenmerken bevat, die -in combinatie met erfelijke facetten in de celkern- vooral de lichamelijke en het mentale prestatievermogen ondersteunen. Door het analyseren van de merriestammen (families) kunnen die gegevens, van de bijna uitsluitend via de moeder doorgegeven prestaties, direct in de fokkerij gebruikt worden. De paardenwereld is altijd een mannenwereld geweest. Het is daarom begrijpelijk dat mannen, ongeacht wat, de hengsten zagen als de belangrijkste schakel in het verervingproces. De bedoeïenen daarentegen, gedwongen door de eeuwenlange fokkerservaring, deelden hun paarden in naar de vrouwelijke lijnen en selecteerden dienovereenkomstig. Dit systeem werd door de Landstallmeisters in het vroegere Oost-Pruisen (Trakehnen) reeds voor de oorlog gehanteerd. Na de oorlog bleef de naamgeving beginnende met de letter van de moeder bestaan maar werd de selectie, ondanks dat Dr. Schilke bij herhaling waarschuwde, conform de algehele trend in Europa toegespitst op de vaders en met name xx hengsten. De catastrofale gevolgen bleven niet uit en van het aloude trotse militarypaard is niet veel meer over. Als in plaats van de mannen de vrouwen de wereld hadden geregeerd, zouden er heel wat minder oorlogen zijn gevoerd en zou een vrouwelijke paus ook heel anders aankijken tegen onze voortplanting. Kennis van de merriestammen is dus noodzaak Dit is voor een gerichte prestatiefokkerij van cruciaal belang, omdat dan de zekerheid van een goed prestatiepaard te kunnen fokken aanmerkelijk kan toenemen. Als we de invloed van Amurath bestuderen, weten we immers al dat hij zijn onovertroffen eigenschappen vooral in de merrielijnen heeft gevestigd. Die eigenschappen worden door geen enkele hengst geëvenaard.

WIE IS AMURATH ?
Toen Dirk Willem Rosie zijn verhaal (hulde overigens) over de stempelhengst Rigoletto in Ids nr 25/99 schreef en tot de conclusie kwam "Jawel, het was een Arabier die aan de basis van de Duitse springpaardenfokkerij ten grondslag lag", bevroedde hij waarschijnlijk helemaal niet over wie hij het nu precies had. Om dat precies te willen weten, moeten ver terug in de geschiedenis. De paardensportfokkerij laat zich nu niet eenmaal sturen met korte, horizontale intervallen maar berust op het verticale en genetisch verleden van de ouderdieren. Met zijn vraag in het eerder genoemde artikel: "Zou de lijnenteelt op Ramzes en Amurath ox hier misschien iets mee te maken hebben" slaat Rosie de spijker precies op zijn kop. Voor de paardenfokkers in het westen is het Habsburgse keizerrijk een mistige materie uit een grijs verleden. Het in 1948 opgetrokken ijzeren gordijn maakte uitwisseling van paarden en kennis daaromtrent praktisch onmogelijk. De inferieure industriële producten uit de Oostbloklanden bevestigde de algehele mening dat uit die landen niets goeds te verwachten viel. Met de paarden was dat vanzelfsprekend precies eender gesteld. Het tegendeel is echter waar. Warmbloedfokkers realiseren zich amper wat het Shagya-ras is, terwijl die paarden vaak veelvuldig voorkomen in de bloedlijn van hun eigen paard! De landen in Midden- en Oost-Europa hielden zich, vaak door onderlinge oorlogen gedwongen, al veel langer bezig met een kwalitatieve rijpaardenfokkerij dan ons eigen kikkerlandje. Voor 1918 zag de Europese kaart er ook heel anders uit en sinds de ontwikkelingen in 1989 is dat opnieuw het geval. Zo was er in een koning die een echte paardenliefhebber was. Net als zoveel andere koningen en keizers. Want auto's bestonden toen nog niet en zonder paarden had je geen vervoer, geen leger en ook geen status. Koning Wilhelm I, want om hem gaat het, regeerde van 1816 -1864 over de Zuidduitse staat Württemberg. Hij onderhield in Weil een privestoeterij met bijna uitsluitend Arabische paarden. In 1816 bracht de Hongaarse Baron von Fechtig de tweejarige schimmelhengst Bairactar ox mee uit de Orient en verkocht deze hengst aan Wilhelm I. De uitstekende resultaten van Bairactar brachten de koning ertoe om flink op zijn lievelingshengst in te telen. Dat ging uitstekend en Weil werd een wereldberoemde stoeterij. In 1881, koning Karl was inmiddels koning van Weil, kwam daar Amurath 1881 ox ter wereld, zoon van de op Bairactar ox ingeteelde Tajar ox. Amurath 1881 was van 1885-1895 'Hauptbeschäler" in Weil, waarna hij verkocht werd naar de Roemeense stoeterij Radautz (1895-1910) in het toenmalige Habsburgerrijk. Daar bleek hij een echte stempelhengst en van daaruit begint zijn successtory. Zijn bloed vloeit in bijna alle topsportpaarden over het ganse Europese continent en komen we hem elke keer weer tegen. Amurath 1881 is de vader van de 'Duitse' Amuraths die als Shagya's te boek staan.
Naar begin
DE AMURATH STAM
Oberlandstallmeister Dr. Gustav Rau schrijft in zijn 'Hypologische beschouwingen' in 1909 in de Sportwereld: "Op de eerste plaats moet bij de beschrijving van de hengsten de oude Amurath genoemd worden. Ons geliefde Duitsland heeft zich - we weten niet waarom- deze hengst laten ontglippen. Daarom zoeken wij nu sinds jaren (toen ook al) naar een goede Arabische Volbloed. Die Oostenrijkers en Hongaren hadden het goed gezien, om Amurath te verwerven en hij is een zegen voor de fokkerij geworden. Hij kwam in 1895 naar Radautz. Ook voor de Weiler fokkerij, die reeds zoveel goede Arabische hengsten produceerde, is Amurath een paard van uitzonderlijke klasse zoals dat maar zelden voorkomt. In Radautz bevinden zich 63 merries van hem. Evenals zovele Arabische hengsten, heeft Amurath betere vrouwelijke dan mannelijke nakomelingen gebracht. De Amurathdochters sprekend meer aan en zijn mooier in opdruk dan zijn zonen. Bij de merries slaat Amurath altijd compleet door, terwijl bij zijn zonen vaak de moeder, zij het gering, toch voor een aanwijsbaar deel tekent. Maar wat hij was, ziet men vandaag nog steeds: een Arabisch Volbloed voor Europese behoeften (wat een vooruitziende blik), een paard, dat naast hardheid, de schoonheid, het voorkomen, het karakter, de adel en de prestaties van een lange historische fokkerij meebrengt. Amurath is een hengst met een buitengewoon groot en mooi oog. De benen zijn uitzonderlijk droog en hard, de koten een beetje steil, wat Amurath ook trouw doorgegeven heeft. De rug is ietwat diep en lang, doch eveneens breed en wordt gecompleteerd met een zeer goede lendenpartij. De croupe is iets hoog en is langer dan men gemiddeld bij een Arabische Volbloed ziet. Amurath presenteert opvallend lichtvoetige en tactmatige bewegingen met een krachtige afzet. In heel zijn wezen een Arabisch Volbloed bij uitstek, de grote lijnen en vormen, het zuivere Arabische type met een uitzonderlijke kwaliteit in het ganse paard dat alles rechtvaardigt om hem tot een elitehengst te bestempelen". Via zijn Shagyazonen Amurath I 330, Amurath 1981 en zijn kleinzonen Amurath III 332 en Amurath IV 333 speelt Amurath 1881 constant de begeleidende muziek in het grote fokkerijconcert van de Duitse paardensport. In deze beschouwing worden de rechtstreekse zonen Shagya-zonen nader belicht omdat via hen Amurath 1881 de grootse invloed heeft in de huidige Duitse sportpaardenfokkerij.
Naar begin
DE DUITSE AMURATHS (SHAGYA'S)
Amurath ShA I 330 stm 1.60m., v. Amurath 1881 ox m. 314 Gidran XXIX, v. Gidran XXIX, mv. Shagya II.
Werd in Radautz geboren en ging vandaar naar Celle. Dr. Rau berichtte over deze Amurath dat hij in Hannover buitengewoon veel gebruikt werd en veel goed fokmateriaal gebracht heeft. Vooral veel goede merries. Helaas zijn veel merries van Amurath 330, omdat zijn kinderen bij de handel zeer populair waren, vertrokken naar het buitenland. Van zijn zonen stonden Amur, Amaroso, Amandus, Amor, Amin en Admiral als 'Landbeschäler' in Celle. Veel hengsten van Amurath 330 werden niet door Celle aangekocht omdat ze als 3-jarige vaak te licht leken. De Amurath kinderen zijn zeer laatrijp en groeien door tot hun zesde jaar. Amurath 330 was een fokzuivere schimmel. Via Amateur I (o.a. vader van de moeder van de springvererver Agram v. Alkoven en Gotthard v. Goldfisch II) heeft Amurath 330 een belangrijke bijdrage geleverd in de Hannoveraanse fokkerij. Dat Hannover verder van Amurath niet meer geprofiteerd heeft, had vooral met de uitstraling en de kwaliteit van zijn producten te maken. Zodra de veulens bij de moeders weg konden, werden ze haast uit de stallen van fokkers geroofd. Een toestand waarover Dr. Rau zich meermalen, in woord en schrift, bitter beklaagde. Deze geniale paardenman realiseerde zich heel goed dat daarmee een potentieel verloren ging dat moeilijk of nooit meer te herstellen was. De mannelijke lijn raakte met Aumund in 1968 uitgestorven.
Naar begin
AMURATH ShA 1981
stm. 1.60m., v. Amurath 1881 ox, m. 246 Shagya 5, v. Shagya V, mv. Gidran XIX. Geboren in Radautz ging hij eerst terug naar Weil waarop een reis de toenmalige Holsteiner Verbandsvoorzitter Herr Ahsbahs hem zag. Met veel inzet praatte hij hem uiteindelijk los voor de Holsteiner fokkerij. Goddank. Evenals in de Shagya-populatie slaat Amurath in de directe mannelijke lijn bij de rijpaardenfokkerij niet meer op de grote trom, maar bespeelt hij de eerste viool via de vrouwelijke lijnen. In Holstein heeft het bloed van Amurath zich als een computervirus in de merrielijnen genesteld. Dr. Grote constateert in het Hengstbuch der Holsteiner Warmblutzucht Teil I: "De natuur heeft in dit geval zijn eigen weg gevonden en het erfgoed van Amurath-lijn is aan de moederstammen overgelaten, waar het als een vast element is verankerd en vooral via de lijn Mackensen en de Ethelbertlijn waardevol is geworden. In 1950 voerde 90% van alle dekhengsten meer of minder Amurathbloed!" Ramzes x zelf is via zijn moeder de Shagyamerrie Jordi twee keer ingeteeld op Amurath. Toen hij in de jaren vijftig in Holstein ten tonele verscheen, was de genetische aansluiting compleet. Dit element overzag Rosie volledig in het eerder genoemde artikel over de successen van Rigoletto (v. Ramzes). Weliswaar vraagt hij zich af of de lijnenteelt op Orthos (Gottschalk x Radetzky) hier mee te maken heeft. Op zich is dat juist, maar de aansluiting in Holstein was vele malen groter. Hiermee is ook de geweldige impact verklaard die Ramzes vooral in Holstein had. Hij zorgde voor de ononderbroken en leidende rol van Holstein in de mondiale springsport. De Shagyahengst Bajar twee keer ingeteeld op Amurath en die helaas slechts door een paar eigenwijze eigenheimers in Holstein werd ingezet, zorgde prompt weer voor een internationaal succes. Zijn zoon Bachus was internationaal succesvol onder Jos Lanssink en Bo Kristorferson, die hem overigens roemt als het fijnste paard dat hij ooit in Holstein heeft gereden. Nagenoeg alle Bajar kinderen kunnen en willen springen. Bajar, zelf een zeer verdienstelijk springpaard, was, zoals de Duitsers het noemen, een echte 'kämpfer'. Met een LGW van DM. 445.000 en het vaak inferieure fokmateriaal dat hij aangeboden kreeg, is het op zichzelf al een mirakel dat hij hieruit nog zoveel goede sportpaarden en sportpony's heeft geproduceerd. Mr. Hale Bob won in 2002 het 'Bundeschampionat' pony's en voert zowel via vaders- als moederzijde het bloed van Bajar. Baldini II (v. Bachus) won, conform het Amurath-recept, het 'Bundeschampionat' van de zesjarigen springpaarden in 2001. De stamboeken die verreweg het meest direct van Amurath geprofiteerd hebben, zijn Holstein, Hannover, Zangersheide en indirect vooral via de Holsteiner lijnen de KWPN. Westfalen heeft zijn dressuurpaarden aan hem te danken. De combinaties die Melchior bewust of onbewust creëerde van Gotthard maal Ramzes lijnen bracht Zangersheide sinds jaren onbetwist aan de kop als de beste fokker in de WBFSH breedingguide. Hiermee wordt de oorzaak verklaard bij paarden met Shagya/Arabisch bloed in de warmbloed fokkerij de springcapaciteiten en de wil tot springen toeneemt. Die impact is aanmerkelijk groter dan die van de Engelse Volboeds. Deze paarden kunnen de benodigde fysieke skeletfuncties niet leveren. Trakehners hebben niet bepaald de faam patente springpaarden te zijn. De weinige lijnen vier in totaal t.w. Fetysz ox, Lapis ShA, Lowelas ox en Nana Sahib x, zijn de enige lijnen die op het terrein van springen en dressuur nog iets presteren.
Naar begin
INTERNATIONAAL
De toptien hengsten van de WBFSH-breeding guide in de disciplines springen en dressuur voeren nagenoeg allemaal Arabisch bloed in de pedigree. Een uitzondering hierop vormen de Ierse springhengst Clover Hill en bij de dressuur de Franse hengst Tiro. Overigens valt bij Clover Hill duidelijk te constateren, weliswaar niet in zijn korte pedigree maar wel aan zijn uiterlijk, waar deze hengst zijn bouw en zijn lendenmechanisme aan te danken heeft. De Franse dressuurhengst Tiro tekent voor de achtste plaats in de toptien dressuur via zijn zoon Kennedy. Bij dit internationale dressuurpaard werkt het woestijnrecept via zijn moedersvader Karat ox! Van de acht Duitse springhengsten in de toptien spelen Amurath ox en Ramzes x de belangrijkste rol. Gecombineerd met de Arabische voorouders in de merriestammen leveren die vaak toevallige kruisingen, de mondiale toppers. Van de zeven Duitse wereld toptien dressuurhengsten spelen met name de vooroorlogse Oost-Pruisische hengsten een belangrijke rol. Met in hun pedigree Bagdadly ox , Koylan ox, Amurath 1881 ox en Ramzes x in combinatie met Fetysz ox, Nana Sahib x en Shagya XVII. Via Milton, de glorieuze schimmel en het droompaard van Michael Whitaker, doet deze Shagya XVII in de internationale springsport ook weer mee.
Naar begin
INITIATIEF
Is Amurath dan de enige gouden schakel in de ketting van de Duitse sportpaardenfokkerij? Absoluut niet. Naast Amurath zijn er nog een aantal Shagya/Arabische hengsten, weliswaar niet met de gigantische impact als dat van Amurath, die een belangrijke rol spelen in de Duitse prestatiefokkerij. Dat zijn o.a. de Shagya's: Kadi VII, Lapis, Gazal II, Koleilan IV, Harun Al Rachid, Shagya XVII, Bajar, de Arabische Volbloeden Turcmainatti, Nedjed, Koheilan El Adjuze, Fetysz, Lowelas, Bagdadly, Koylan, Altin en de Anglo-Arabische Volbloeds Nana Sahib en de wereldberoemde Ramzes. Zet nu dit handjevol hengsten eens af tegen de honderden Engelse Volbloeden, die vooral na de tweede wereldoorlog zowel in Duitsland als in Nederland (ver over de honderd) werden ingezet. Dan kunnen we niet anders dan gelaten constateren, dat de invloed van de Shagya/Arabische hengsten veel positiever en intensiever is. Pas nu weten we eindelijk waarom. Toch kun je niet om het Engels Volbloed heen en zijn ze voor de lange lijnen af en toe nodig in een warmbloed fokkerij. De vraag is alleen welke Engelse Volbloed? Geredeneerd vanuit de warmbloed filosofie welke eigenschappen we het liefst van de Engelse Volbloed zien, dan voldoen slechts enkele steeplechasers het aan die vraag. Het kardinale punt is nu, hoe breng je nu de kwaliteiten van het Shagya/Arabisch bloed, het Engels Volbloed en de warmbloed praktisch samen in een systematische sportpaardenfokkerij. In Nederland nam een aantal fokkers, in het midden van de jaren negentig, het initiatief om het waardevolle bloed van Amurath en de andere gevestigde Shagya/Arabische lijnen selectief in de fokkerij aan te wenden. Het NRPS beschouwt inmiddels het Arabisch bloed als een bijzaak. Het fokbeleid profileert zich als een aftreksel van het KWPN. Op de afdelingsvergaderingen werd bij monde van bestuur en de 'deskundige' fokleiding de zelfverzonnen negatieve aspecten van het Arabisch bloed er bij de leden in gehamerd! De KWPN, toch breder geïnformeerd en georiënteerd dan dertig jaar geleden, negeerde, ondanks alle signalen, de gigantische impact van de Shagya/Arabische bloedlijnen. De positieve aspecten werden niet nader onderzocht en men wilde er liever niets van weten. Bij de inschrijving in het stamboek van de Holsteiner hengst Casco (Cascavelle x Landlord) vormde Rob van Overbeek een uitzondering en benadrukte in IDS het Shagya-aandeel in de pedigree van deze hengst. Casco voert aan vaderszijde 169 keer het bloed van Amurath en 178 keer dat van Koheilan El Adjuze! Daarnaast voert hij via de moeder 166 keer het bloed van Koheilan El Adjuze ox en komt het genetisch wonder Amurath 178 keer voor! Casco is een typisch voorbeeld van een constante fokkerij met Shaya/Arabisch bloed en de positieve aspecten. Ook de laatrijpheid van dit bloed speelde hem aanvankelijk parten. Zowel door Holstein als de KWPN op driejarige leeftijd te licht bevonden, slaagde hij een jaar later met glans voor alle onderdelen. Inmiddels heeft hij zich ontwikkeld tot een formidabele hengst met geweldige springcapaciteiten. Maar ook met een formidabele uitstraling die zo kenmerkend is van het Shagya/Arabisch bloed. Die uitstraling zal alleen nog maar toenemen. Pas op latere leeftijd (is het wijsheid) komt de uitstraling tot volle uitdrukking.
Naar begin
INDEXEN
De moderne geïntroduceerde indexen leveren slechts gedeeltelijk de genetische informatie om, op basis van het diermodel, verantwoordde conclusies te maken. Dit systeem werkt misschien bij koeien. Maar paarden zijn dieren van een aanmerkelijk hogere orde. De Romeinen zeiden dat al: "alles wat goed is voor de os, hoeft nog niet goed te zijn voor Jupiter". De prestatiefokkerij berust op een veel langere, zeer intensieve en verticale analyse van de ouderdieren. Een nadere analyse van de Engels Volbloedpedigrees en bestudering van de oude afbeeldingen, leert dat het Engels Volbloed niets anders is dan een vergrote Arabisch Volbloed is. Gedurende driehonderd jaar is alleen één van de eigenschappen van het Arabische Volbloed specifiek op de renbaan geperfectioneerd. Dat is zijn galop. De andere eeuwenoude perfecties van het oorlogspaard, zoals dressuur en obstakels springen, zijn met de renbaanselectie naar de achtergrond gedrongen. Door telkens weer de beste renners met elkaar te kruisen, was het product weliswaar in staat meer speed op de lange afstand te ontwikkelen. Maar het ging ten koste van de beweging de sprint en de springcapaciteiten. Een veranderd skelet, klimaat, voeding, training, begeleiding en het falende lendenmechanisme gaven uiteindelijk een ander type (is skelet) paard. Hoe zouden we nu ooit kunnen verwachten dat deze Engelse Volbloed gekruist met een klassieke inlandse merrie ineens springpaarden of dressuurpaarden zou geven? Dat zit er genetisch immers helemaal niet in! Wie de pedigrees van de toppaarden in Europa nader bestudeert, kan haast niet anders concluderen. Engeland heeft altijd volop keuze gehad uit de beste Volbloeds. Ook de Engelsen hebben sinds jaar en dag de Volbloeds gekruist met inlandse merries. Alleen heeft die fokkerij zelden een reeks mondiale springpaarden of dressuurpaarden opgeleverd. Oldenburg staat af en toe op het internationale podium. De 'beste' Volbloeds zijn gebruikt, maar dat heeft helaas weinig opgeleverd. Alleen als de aansluiting met Aurus ox, Amurath ox en Ramzes functioneert, komen Donnerhall en Grannus te voorschijn. Toen in de tachtiger jaren Inschallah x werd geïntroduceerd door Dr. Dieter Schön, gaf de combinatie met Aurus ox of Amurath ox weer spring- of dressuurpaarden. Zo kwam Bonfire (v. Welt As) in de schijnwerpers van de internationale dressuur terecht. Zweden laat via de oude Oost-Pruisische bloedlijnen op dressuurgebied internationaal soms nog iets horen. Terwijl de Shagyahengst Pamino (v. Bajar) er gestaan heeft. Pamino was goedgekeurd was voor de Zweedse warmbloedfokkerij, maar werd helaas amper gebruikt werd. Als al ergens Volbloeds zijn ingezet, dan is dat vooral in de Trakehner fokkerij. Terwijl men over en weer in de verschillende fokgebieden dezelfde Volbloeds heeft ingezet. Als deze Volbloeds in Holstein wel springpaarden geven en dressuurpaarden in Westfalen, waarom doen diezelfde Volbloeds dat dan niet in een andere fokkerij? De resultaten zijn nagenoeg nihil. Daar bleef het dan bij en werd de oorzaak niet verder onderzocht. Sinds de Trakehner fokkerij na de oorlog voornamelijk in handen kwam van particulieren en massa's Engelse Volbloeds heeft versleten, komen de Trakehner-fokkers er na vijftig jaar achter dat de marginale prestatielijnen die men nog over heeft, alleen afkomstig zijn van de Arabische lijnen. Trakehner Hefte 1/2003. Wat is er werkelijk overgebleven van de vooroorlogse trotse militarypaarden die triomfen vierden op de Olympiades? Courville xx, Uppercut xx, Erdball xx, Abgar xx en Lucky Boy xx hebben in Nederland de roem dat ze springpaarden zouden hebben gegeven. Dit is echter maar heel beperkt. Op de echte Groningers of Gelderse paarden praktisch niet een. Alleen als in de moederlijn Sineada, Farn, Rigoletto of Gambo voorkomt is het raak. Dan komen Amurath ShA, Koheilan El Adjuze ox en Aurus ox weer te voorschijn en klikte het. Bij Farn duikt via Margot ook nog eens keer Priboj ox op. Deze Priboj speelt een zeer belangrijke rol in de Russische Trakehener fokkerij en leverde topdressuur- en springpaarden zoals Biotop en Almox Prints. Met Sam R (Mermus x Abgar) verrichtingstopper KWPN 2002 scoren Amurath en Ramses opnieuw. De combinatie van telkens weer Amurath, Koheilan El Adjuze en Ramzes en de aansluiting met Burlington Turk verankerden het lendenmechanisme. Dat is nog het fundament van de Holsteiners en de oorzaak waarom een relatief klein stamboek als het Holsteiner Verband continue springpaarden levert. Alsof ze van de lopende band komen. De grondstamvader van het Holsteinse paard is Burlington Turk. Het is niet moeilijk te raden wat dit paard van origine is geweest! Ook op het gebied van dressuurpaarden doet Holstein het helemaal niet slecht. Granat (Consul x Samei) won in 1978 de World Dressage met Christine Stückelberger. De Holsteiner Dolany (Donnerhall x Cor de la Bryere) lijkt een zeer belovende dressuurhengst. Amurath en Koheilan El Adjuze aan vaders- en moederzijde werken voor de dressuur bijzonder positief. Daar weet Krack C alles van.
Naar begin
SPECIALICATIE
Alle door Jac Remijnse genoemde beroemde dressuurpaarden in het artikel "Specialisatie: oorzaak of gevolg" Hoefslag 4/2003 voeren, Aurus, Amurath, Koheilan El Adjuze, Bagdadly, Koylan en Ramzes in de pedigree en hebben daar grotendeels hun prestatie en uitstraling aan te danken. En Maykel dan, vraagt iemand zich af? Hoe komt die dan in de Top 10 van de WBFSH dressuurhengsten terecht? Maykel is toch van de Volbloed Exillio xx keer klassiek Gelders? Via zijn klassieke Oldenburger lijn voert Maykel de Oldenburger Gambo in de pedigree. Gambo voert, als een van de weinige Oldenburgers, 75 keer Aurus ox in de bloedlijn. Maykels enige topdressuurpaard Gestion Idool (WBFSH) zit aan de moederskant, via Tolbert, stikvol met Amurathbloed en daar sluit de Oldenburger Gambo met 75 keer Aurus ox volledig aan. Gambo gold in zijn tijd zelf als een excellent werkpaard en gaf excellente werkpaarden. Presteren heeft, naast de fysieke voorwaarden, heel veel met de innerlijke kwaliteiten te maken. Of het nu om springen, dressuur of landbouw gaat. Waar de genetici het allemaal over eens zijn, is dat de prestatie niet in het percentage bloed zit maar in de genen. Wie de pedigrees van de Europese sportpaarden bestudeert, komt tot de conclusie dat deze paarden niet beginnen met klassiek bloed maar dat bijna alle sportpaarden uiteindelijk eindigen of beginnen met de Arabische Volbloeds! Bij de Engelse Volbloeds van die tijd zitten de Arabische Volbloeds nog vooraan in de pedigree. De bouw (skelet) is wezenlijk anders als die van de huidige Engels Volbloed. De oorspronkelijke eigenschappen van het Arabische Volbloed zijn nog volop aanwezig. De noodzakelijke elementen voor dressuur en springen: het werklustige karakter, intelligentie, snelle reflexen, hardheid en moed in combinatie met de functie van het lendenmechanisme deden de rest. Die genen en het lendenmechanisme komen weer samen met de later ingezette Arabische Volbloeds en Shagya's. Het zijn deze absoluut noodzakelijke lichaamsfuncties en de prestatie eigenschappen die zich in de genen hebben verankerd en zo constant worden doorgegeven aan het nageslacht. Specialisatie staat daarom haaks op de elementaire voorwaarden van de natuurlijke mechanica bij sportpaarden.
Naar begin
FRANSE SPRINGPAARDEN
In de slag bij Waterloo (1815) verloren de Fransen van de Engelsen voornamelijk omdat die betere paarden hadden. Hunters met veel Volbloed en Volbloeds waar de Arabische voorouders zowel in type, karakter, wendbaarheid en vooral moed nog vooraan in de pedigree zitten. De afbeeldingen bij de pedigrees van deze paarden demonstreren dit duidelijk. Terwijl de Fransen het met veel klassieker bloed moesten doen. Overigens volgden zowel Napoleon als Wellington, beide gezeten op een Arabisch Volbloed, de bloedige strijd. Napoleon liet zich steevast schilderen op zijn Arabische Volbloedhengst Marengo. De uitstraling van deze hengst maakte de kleine keizer groot. Daar was hij van overtuigd. Het resultaat is bekend. De Fransen verloren de slag en vonden hun Waterloo. Bijna vijftig jaar later in de Krimoorlog was de situatie al veranderd door de constante selectie op snelheid. Daar moesten de Engelsen het opnemen tegen meer Oriëntaalse paarden. Captain Nolan schreef in 1854: "Onze kavaleriepaarden zijn futloos..het bloed dat zij nodig hebben is niet dat van een week racepaard (een dier meer neigend naar de Greyhound en uitsluitend gefokt is voor de snelheid) maar is meer het bloed van het Arabische- en Perzische paard, om ze compacter te maken met glasharde benen wat zij nu missen." Direct na Waterloo hebben de Fransen en masse Volbloeds geïmporteerd. Die Volbloeds liggen qua type (skelet) nog veel dichter bij de oorspronkelijk ingezette Arabische paarden. Deze Volbloeds werden massaal ingezet op de inlandse paarden. De Franse dravers die nogal eens voorkomen in de Franse springpaarden gaan allemaal weer terug op de Volbloeds. Het ingrediënt Grand Bashaw ox zorgde voor de prestatie elementen. Toen de rijsport opkwam, werden die paarden vooral geselecteerd op één aspect namelijk springen. De Fransen hebben daarnaast meer de horderenners ingezet en een ander aspect van de Volbloed specifiek ontwikkeld. Een Volbloed met een groot hart en zijn wil tot werken. Door consequent alleen op die eigenschap te selecteren hebben de Fransen uit de Volbloeds in combinatie met ox internationale springpaarden gecreëerd. Beweging, uitstraling, levensduur, slijtage en gemakkelijk te rijden, waren niet de belangrijkste prioriteiten. Daar staan de Franse paarden dan ook bepaald niet voor bekend. Aan de andere kant sluiten de Franse paarden zoals Cor de la Bryere, Almé en Quidam de Revel nog aan bij de oude Holsteiner lijnen van Ramzes, Amurath en Burlington Turk. Leg de pedigrees maar naast elkaar en je ziet exact dezelfde paarden te voorschijn komen. Daarom sloegen Amurath en Ramzes zo goed aan in Holstein aan omdat de genen klikken. Ditzelfde fenomeen doet zich eveneens voor in Hannover. Daarnaast vinden we in Frankrijk bij de Anglo-Arabische Volbloeds telkens weer Denouste ox terug. Via Inschallah x, Andiamo en Zeus o.a. spelen Denouste ox en Derba Oua ox in Frankrijk een belangrijke rol in de springsport. Aangezien de Franse selectie zich voornamelijk beperkte tot het springen, hebben de Franse paarden aan de dressuurmatige kant en lange levensduur veel moeten inleveren. Dankzij Koheilan El Adjuze, Amurath en Ramzes verkregen de Holsteiner paarden het lendenmechanisme, de rijtypische bewegingen, werklust en uitstraling en leveren ze bij tijd en wijle ook dressuurpaarden. Overigens voeren 'Corde', Almé en Quidam ook nog eens weer Grand Bashaw ox in de pedigree en dat element heeft positief gewerkt. Een kardinale fout in de warmbloedfokkerij werd gemaakt om de Volbloeds alleen om hun fenotype in te zetten. Of op eigenschappen te selecteren die we van een warmbloed eisen, maar die genetisch niet aanwezig zijn. Murphy's law gaat hier volledig op. Als iets fout kan gaan, dan gaat het fout. Het resultaat is dan negatieve verervers. De Nederlandse indexen tonen dat onweerlegbaar aan. Het uiterlijk van het paard, zoals het werd gepromoot en men graag zag, heilig in geloofde en sterk op selecteerde, heeft maar weinig met de fysieke prestaties en innerlijke eigenschappen te maken. Daarenboven is het gros van de Engelse Volbloeds vlakke baanrenners waar een reactie op beenhulpen niet meer telt. De jockey staat er immers op en gebruikt als hulp alleen een zweep. Dressuur -en springpaarden moeten reageren op de geringste beenhulpen en aanwijzing van de ruiter. Dat levert naast de fysieke voorwaarden resultaat en winst! Derhalve zijn de horderenners nog geschikt om met beleid en heel summier in te zetten voor de warmbloedfokkerij. De Franse springfokkerij toont dat min of meer aan.
Naar begin
STAMBOEKEN
Een aantal serieuze fokkers heeft daarom in 2002 het Europees Arabisch Stamboek voor Shagya-paarden, Sportpaarden en Sportpony's (EASP) opgericht. Deze fokkers willen op een verantwoordde en met een gerichte methode deze oude gevestigde Shagya/Arabische bloedlijnen en bepaalde kwaliteiten van het Engels Volbloed in combinatie met de warmbloed selectief in de fokkerijpopulatie toepassen. Met als doel de noodzakelijke lichaamsfuncties van mooie en tevens prestatie paarden en pony's blijvend te verankeren. Fokken met 'bloed' moet systematisch, met beleid en niet naar willekeur worden toegepast. De fokker, fokkerijexpert, deskundige of organisatie die gemotiveerd kan onderbouwen dat dit een verkeerd uitgangspunt is, moet dan maar eens uitleggen wat daarmee mis. Zij kunnen er op langer termijn alleen maar van profiteren. Tweeduizend jaar geleden zagen drie wijzen uit het Oosten een fonkelende ster. Melchior, Balthasar en Casper brachten mirre, wierook en kostbare olie mee. Zij volgen de ster en vonden wat zij zochten. Tweeduizend jaar later is er een andere Melchior. Toeval? Hij zag ook iets schitteren. Mirre, wierook en olie zijn vervangen door geld, intuïtie en het kostbare bloed van Amurath. In nog geen drie decennia presteert hij het om met het bloed van Amurath aan vaders- en of aan moederskant een serie topspringpaarden te fokken waar grote stamboeken bij lange na niet aan kunnen tippen. De grote stamboeken hebben duizenden paarden nodig om op dit niveau internationale resultaten te bereiken.
Naar begin
KENNIS
Normaliter wordt kennis overgedragen via scholen, universiteiten etc. en wordt de verkregen kennis vervolgens in de praktijk gebracht. Merkwaardig genoeg wordt de vergaarde kennis omtrent rijpaarden uit het verleden amper bestudeerd. De jarenlange fokkerservaring werd praktisch genegeerd. De geniale Oberlandstallmeister Dr. Gustav Rau had niet alleen visie en een zeer rijke ervaring, maar heeft zijn levenlang de fokkerij van rijpaarden grondig bestudeerd. Die kennis werd voortdurend in de praktijk gebracht, getoetst en getest. Dr. Rau kwam tot de conclusie dat de rijpaardenfokkerij, om kwaliteit en prestatie te waarborgen, uiteindelijk vanwege het uniforme skelet niet zonder Arabisch bloed kan. Dat het lendenmechanisme een cruciale rol vervulde, wist hij toen ook niet. Maar hij wel zag, was dat de kwaliteit van de rijpaarden er aanmerkelijk op vooruit ging. Dankzij hem hebben de Duitse dressuur- en springpaarden een leidende positie op mondiaal niveau. Nederland lift, dankzij de Duitse importhengsten en de door inspecteur Maarsingh geselecteerde Holsteiner merries, een beetje mee. Die visie en ervaring werd niet alleen onderschreven maar ook in de praktijk toegepast door de andere Landstallmeisters zoals Dr. Gramatzki, Dr. Bilke, Dr. Frielinghaus, Dr. Grabensee, en Dr. Schilke. Niet alleen door de Landstallmeisters maar ook door de Holsteiner Verbandsvoorzitter Herr Ahsbash, Freiherr Clemens Baron von Nagel en professor Grzimek. Dr. Bilke begon in de jaren 1950 niet per ongeluk met Arabische Volbloeds bij de zware Ost-Friesen. Hij wist wel degelijk waarom. Zouden nu al deze zeer ervaren en deskundige paardenmannen zomaar iets beweren, als ze niet grondig hadden onderzocht dat de inzet van Arabisch bloed resulteerde in betere rijpaarden? Ja, maar toen hadden ze andere paarden is dan het tegenargument. Bestudeer dan maar eens de afbeelding van Gazal II uit 1912 en vergelijk die maar eens met onze paarden uit die tijd en onze huidige sportpaarden. Dr. Rau wist wel degelijk waar hij het over had en de Duitsers hebben alle wereld- en Olympische kampioenen enkel en alleen aan hem en die andere deskundige Landstallmeisters te danken. Dressuur - en springpaarden hebben dezelfde lichaamsfuncties nodig. De niet goed functionerende natuurlijke mechanica van een sportpaard is naar alle waarschijnlijkheid de veroorzaker van de moderne lichamelijke afwijken zoals ocd, peesproblemen, rugproblemen, spronggewrichten, hoefproblemen spieren etc. Een niet functionerend skelet is niet in staat om de fysieke sportprestaties te leveren. Vandaar dat de dressuurmatige kant van springpaarden meer en meer plaats maakt voor stangen en kettingen om de fysieke tekortkomingen te compenseren. Menig hengstenhouder weet dat Engelse Volbloeds een 'slechte' dekprestatie hebben. Een niet meer functionerend lendenmechanisme draagt ertoe bij dat deze hengsten het fysiek laten afweten. Deze hengsten kunnen het lichaam niet meer heffen. Specialisatie is het gevolg van een ondoordacht en falend fokbeleid. Dat wist Dr. Rau honderd jaar geleden al! Specialisatie veroorzaakt alleen negatieve effecten. Het doet ernstige afbreuk aan het welzijn en gezondheid van het paard en doet het graan der veterinairs groeien. Onze inzichten op de ontwikkeling van de paardensport is een martelgang voor de paarden geworden. De FEI dient als overkoepelende internationale organisatie de verantwoordelijkheid te nemen om het welzijn van onze sportpaarden te garanderen en te waarborgen. En Amurath zelf? Dr. Rau onderscheidde hem al met de titel: Elitehengt. Zou Amurath niet postuum de titel 'Hengst van de eeuw 2002' verdienen? Vanuit zijn welverdiende plaats in de paardenhemel kijkt hij geamuseerd toe hoe wij, gewild of ongewild, met zijn erfgoed omgaan. Want hij weet al bijna honderd jaar dat we, gewild en ongewild, nog altijd van zijn erfgoed kunnen profiteren.
Karel de Lange
Steenbergen
2 februari 2003

Verklaring van de afkortingen:
ox = Arabisch Volbloed
ShA = Shagya-Araber
x = Anglo-Arabisch Volbloed
xx = Engels Volbloed

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Volgers