Normandische Cob

Normandische Cob


Soort: koudbloed
Herkomst: La Manche, Normandië Frankrijk




Over de Normandische Cob
De Normandische Cob heeft Frankrijk als thuisland en komt uit de streek La Manche in Normandië. Het ras lijkt op een cob, maar is een stuk groter dan het Cobtype. De Normandische Cob lijkt op het ouderwetse cobtype, omdat zijn staart wordt gecoupeerd. In Groot-Brittannië is dat verboden, maar in Frankrijk toegestaan.


Karakter en verzorging
Het paard heeft een aantrekkelijk, levendig karakter en is zeer actief. Ook de gang is zeer energiek, in het bijzonder de standaardgang, de draf. Normandische Cobs hebben dan ook een groot draafvermogen.


Gebruiksmogelijkheden
Tegenwoordig wordt de Normandische Cob gebruikt als licht trekpaard. Hoewel het stevige en sterke paarden zijn, worden ze niet voor zware klussen gebruikt. Vooral in Normandië komt de Normandische Cob voor, waar het gefokt is.


Geschiedenis
De Normandische Cob stamt af van de Bidets, kleine töltende paardjes die in Bretagne en Normandië leefden voor de periode van het Romeinse rijk. In de 10de eeuw stond Normandië al bekend als een van de gebieden die het meest geschikt waren om paarden te fokken. De kalkstenen ondergrond en het overvloedige graslandboden een ideale omgeving om paarden te laten opgroeien. Normandië is altijd al beroemd geweest om de paardenfokkerijen, die al duizenden jaren geweldige paarden fokten. Het Normandische paard vormde de basis voor de Anglo-Normandiër, die zelf weer een voorouder werd voor de rij- en lichte trekpaarden. In de 17e eeuw werd de Normandische Cob gefokt als rijpaard, tuigpaard, en licht trekpaard.
Tegenwoordig is het niet alleen een goed allround paard, maar ook een fijn rijpaard. In Frankrijk stellen de staatsstoeterijen de Normandische Cobhengsten ter beschikking van privé-fokkers, en ze fokken er zelf mee. De Normandische Cob wordt nog steeds veel gefokt.


Exterieur
De Normandische Cob is een koudbloed, maar niet grof gebouwd en log. Hij heeft de bouw van een echte cob, en levendige en mooie gangen.
Hoofd:De oren zijn middellang tot kort, het voorhoofd is breed, met een recht profiel. De neusgaten en de snuit zijn klein, en de ogen staan helder, en ondeugend.
Lichaam: De schouders zijn sterk en zorgen voor opvallend ruime gangen. De staart is hoog aangezet.
Benen en hoeven: De hoeven zijn middelgroot en gezond. Aan de kogels zit wat licht behang, dat niet verder op de benen doorloopt. De goed geproportiormeerde spronggwrichten staan goed aan de achterbenen. Zowel de pijpen als de schenkels zijn kort. De gewrichten en botten zijn uitstekend.
Stokmaat: De stokmaat van de Normandische Cob variërt van 1.60 tot 1.70 meter.
Kleur: De meest voorkomende kleuren van de Normandische Cob zijn donkerbruin, lichtbruin en voskleurig. Maar ook schimmels en allerlei schimmel-varianten komen voor.


Invloeden

Bidet
Paarden uit Normandië
Anglo-Arabier
Norfolk Trotter