Hunter

Hunter

Herkomst: Engeland en Ierland.

Stokmaat: De stokmaat van de Hunter varieert, maar is zelden minder dan 1,65 m: een dames-Hunter is echter kleiner.

Kleur: Alle kleuren komen voor.

Karakter: Hunters zijn energiek, snel en beschikken voer een enorm uithoudingsvermogen.

Exterieur: Aangezien de Hunter geen echt ras is, maar een halfbloed, speciaal gefokt voor de jacht, kan het uiterlijk sterk variëren. In het algemeen echter is een Hunter een groot, lang gelijnd paard met dikke pijpen en een sterke rug. De Hunter wordt gefokt voor een bepaald type landschap dat hij berijden moet. Zo worden er drie categorieën onderscheiden: zwaar, middelzwaar en licht, die elk het soort bouw aanduiden.

Gebruiksmogelijkheden: De Hunter wordt gefokt voor de jacht.

Beweging: De Hunter is een uitstekende springer. Daarnaast heeft dit paard een ruime stap en een zeer ruime, snelle galop, die het over grote afstanden kan volhouden.

Bijzonderheden: De Hunter is ontstaan door Engelse volbloedhengsten te kruisen met merries van verschillende koudbloedrassen (in Engeland de Cleveland Bay en in Ierland het Irish Draught Horse). De Hunter is dus een 'halfbloed' in de werkelijke betekenis van het woord. Zoals de naam al aangeeft, is de Hunter bijzonder geschikt voor de jacht achter de meute. Het dier is in staat om een heel seizoen fit te blijven en goed te presteren.

Bij de indeling van paarden in Engeland wordt het gebruikstype gehanteerd. Dit is een Hunter, ontstaan uit een paring van een Engels Volbloed-hengst met een merrie van een ander ras, vaak een koudbloed. Deze hunter heeft veel Volbloed in zich.