Holsteiner

Holsteiner
Herkomst:
Duitsland, Holstein

Geschiedenis en informatie:
In Holstein werden er al in de middeleeuwen
paarden gefokt. De Holsteiner is waarschijnlijk
het oudste Duitse Warmbloedras. Al in de 17e
eeuw waren paarden in deze streek erg in trek in
andere landen. De Holsteiner was van oorsprong
een krachtig, elegant koetspaard. Er is invoer van
Spaanse en Oosterse hengsten geweest en van
Yorkshire koetspaarden , hieraan heeft de
Holsteiner een hoge knieactie en soms een
ramsneus aan te danken.
De grote bloeitijd van de Holsteiners was zo rond
de zeventiende en de achttiende eeuw. In die tijd
zijn Holsteiner hengsten stamvaders geworden
voor een paar andere rassen, bijvoorbeeld de
Hannoveraan. Ook werd in die tijd de Travenhall
stoeterij gesticht, deze stoeterij was heel
belangrijk van de Holsteiner, de stoeterij is later
opgeheven en verplaatst naar Elmshorn.
Aan het begin van de negentiende eeuw kende de
fokkerij echter een grote achteruitgang, door
oorlog. Daarom werd in een poging het ras nieuw
leven in te blazen tussen 1830 en 1850, gekruist
met Engelse volbloed hengsten, hierbij werd extra gelet op
goed beenwerk en goede voeten. In de jaren '60 van de
negentiende eeuw kende het ras toen weer een stevige
bloei en rond 1885-1890 werd de Holsteiners
fokkersvereniging opgericht. Na de tweede Wereldoorlog
werd deze vereniging door de staat overgenomen, omdat
het ras door een algehele teruggang in de paardenfokkerij
in gevaar kwam. Het ras werd toen veredelt met weer
Engelse volbloeds en Anglo Arabiers, om er meer een
sportpaard van te maken. Zo werd de Holsteiner lichter,
de tuigpaard-invloed nam af. De enige nog aanwezige
oude hengstenlijn is de zogenaamde Achill lijn.

Uiterlijk:
De Holsteiner oogt in zijn geheel als een groot,
imposant, maar toch edel paard
Hoofd:
Het hoofd is edel, met een recht profiel en juiste
verhoudingen. De ogen
zijn levendig en groot. De neusgaten zijn groot en
de oren beweeglijk.
Hals:
De hals is lang, hoog aangezet, sterk en licht
gebogen.
Borst:
De borst is breed.
Schouder:
De schouder is lang en rond, goed geplaatst
en zeer krachtig.
Rug:
De rug is sterk en soms een beetje lang.
Borst:
Diep en ruim.
Kruis:
Het kruis is lang en goed gespierd.
Benen:
Kort, met stevige gewrichten, korte sterke
pijpbeenderen en platte knieen.
Voeten:
Groot en rond
Kleur:
De Holsteiner komt voor in alle tinten bruin,
schimmel en soms vos.
Hoogte:
De stokmaat loopt van 1.60 tot 1.75 meter.

Beweging:
De stap is lang, de draf is ruim, stuwend en energiek. De
galop is ruim en soepel. Het paard heeft springtalent en veel
knie-actie.

Karakter en bijzonderheden:
Het karakter van de Holsteiner is prima, een paard dat graag
werkt, maar daarbij niet superheet is, verder is hij
betrouwbaar. Hij heeft dus een zeer handelbaar karakter

Gebruik:
Hoewel Holsteiner oorspronkelijk een tuiger was, zie je hem
nu als sportpaard, koetspaard en recreatiepaard.