Hoe werkt de Rassenlijst?


Hoe werkt de Rassenlijst?

Ik heb een Rassenlijst gemaakt. Dit omdat vele paarden, pony, ezel en zebra rassen per land en zelfs per streek anders worden genoemd. Het is dus zo dat één ras vele verschillende 'namen' kan hebben. Dit schept soms verwarring. Daarom heb ik getracht een lijst te maken op alfabet.
Weet jij nog een verbetering of aanvulling voor de rassenlijst, dan hoor ik het natuurlijk graag van je!

vrijdag 20 maart 2009

Geschiedenis van de Irish Cob

Geschiedenis van de Irish Cob

De Irish Cob is één van de oudste paardenrassen in Ierland, ouder dan de Connemara Pony die afstamt van de legerpaarden die in 1588 aan land spoelden na de ondergang van de Spaanse Armada, en ouder dan de Irish Draught die in een latere periode speciaal voor de jacht werd "gecreëerd".

Sinds oude tijden is Ierland een land met een stenige ondergrond waar boeren kleine stukken land bewerken. Wie ooit in west-Ierland is geweest kent de akkers met de muurtjes die zijn gebouwd met stenen die door de eeuwen bij het ploegen omhoog kwamen.

De eerste bewoners van Ierland waren vermoedelijk Schotse stammen die de Ierse Zee overstaken. Of zij paarden meebrachten is niet bekend, wel waren er sinds de oertijd in deze streken Noord-Europese Moeraspaarden waaruit de eerste paarden ontstonden die in de landbouw werden gebruikt.
Het is geen toeval dat de landbouwpaarden die zich in deze heuvelachtige omgeving ontwikkelden veel leken op paarden die onder soortgelijke omstandigheden elders ontstonden. Overeenkomsten in lichaamsbouw met de oorspronkelijke Haflinger en de Welsh Cob zijn geen toeval.
Bij de domesticatie van huisdieren ontstaan soms spontaan afwijkende kleurpatronen. Dit gebeurde ook in Ierland, waar af en toe paarden met een tobiano-bont kleurpatroon werden geboren. Of bonte paarden extra werden gewaardeerd is niet bekend.

In 1155 kreeg de Engelse koning Hendrik II opdracht van de Paus om Ierland te onderwerpen (tenminste dat beweerde hij, de brief is nooit gevonden).
Ierland bestond in die tijd uit een aantal kleine koninkrijkjes onder leiding van de koning van Meath, die één voor één veroverd werden. Rond 1200 was de veldtocht voltooid en tot 1916 bleef Ierland een Engelse kolonie.
Het Engelse leger, steeds betrokken in allerlei oorlogen, had een continue behoefte aan paarden en in de kolonie Ierland liepen, mede door de mineraalhoudende vulkanische bodem, sterke paarden rond met een goed bottenwerk. Door speciale wetgeving (lange tijd mocht een Ier bijvoorbeeld geen paard bezitten dat meer dan 5 pond waard was) en roof-expedities verdwenen frequent Ierse paarden naar Engeland.
Paarden met veel wit bleven achter: daarop ben je in de schemering een rijdende schietschijf.
Het duurde dan ook niet lang of de Ierse fokkers legden zich toe op het fokken van bonte paarden om hun akkers te bewerken.
In de periode van 1825 tot 1850, toen slechte oogsten en de aardappelziekte veel Ieren aan de rand van de hongerdood brachten, werden een groot aantal Ierse boeren van hun land gezet door de heersende Engelse adel.

Veel van hen vertrokken naar Amerika om de armoede te ontvluchten, anderen begonnen als handwerkers rond te trekken met het enige dat hen restte: de platte boerenwagen, die tegen zon en regen van een huif werd voorzien, en hun in Engelse ogen waardeloze bonte paarden.
Deze mensen, vaak reparateurs van potten en pannen, werden door de burgerbevolking "Travellers" (reizigers) of "Tinkers" (naar het tin dat zij gebruikten) genoemd.
Als er te weinig werd verdiend om het gezin in leven te houden gingen veel Travellers uit stelen, wat hen bij de overige bevolking bepaald een slechte naam bezorgde.
Travellers zijn geen Zigeuners, die komen in Ierland vrijwel niet voor. Alle Travellers hebben echte Ierse achternamen en weten meestal nog waar hun voorouders ooit van de boerderij zijn gezet.
De bonte paarden van de Travellers waren betrouwbare, sterke en rustige dieren die met gemak de zware huifkar trokken en, als er werk was gevonden, aan een touwtje langs de weg hun voedsel bij elkaar zochten terwijl de kinderen van de familie ertussen speelden.
Als de kostwinner van het gezin elders op zoek ging naar werk werd een lichtere wagen gebruikt waarvoor het paard ook kon draven. Korte trips werden, soms zonder zadel of bit, "onder de man" gemaakt.
Hoewel veel Travellers inmiddels in een moderne caravan op een vaste plaats wonen of een huis hebben betrokken wordt in de Travellergemeenschap het aanzien van een familie nog steeds bepaald door het aantal goede paarden dat een gezin bezit.

De paarden trekken nu nauwelijks huifkarren meer maar worden ingezet op (illegale) draverijen. Om te kunnen winnen worden de Cobs gekruist met echte dravers. Liefhebbers zien dit met lede ogen aan want zowel het karakter als het uiterlijk van het ras veranderen in negatieve zin.
Travellers in stadswijken parkeerden hun paarden, die vroeger langs landwegen stonden of ongevraagd het weiland van een boer kaal aten, aan een touw op de gemeentelijke groenstroken. Hun kinderen gebruikten de dieren om zich te bekwamen als jockey, de zogenaamde "Urban Cowboys" (hierover heeft Discovery in 2000 een documentaire uitgezonden). Dit komt nog steeds voor: bij ons bezoek aan een buitenwijk van een Ierse stad in augustus 2002 draafden geruime tijd drie jongetjes op ongezadelde pony's in hoog tempo naast de auto mee.
Vanaf 1994 werd de overlast door deze dieren, die vaak losraakten en door auto's werden aangereden, zo groot dat van hogerhand werd ingegrepen. In een aantal round-ups werden enkele honderden paarden bij elkaar gedreven en afgevoerd naar de "Pounds", afgesloten weilanden waar zij zonder verdere verzorging werden achtergelaten, wachtend op transport naar de slachterij.

De round-ups werden uitgevoerd onder zware politiebewaking want vanuit huizen en flats werd soms met scherp geschoten op de politie en de vervoerders.
Door de slechte behandeling stierven een aantal paarden op de Pounds, de rest werd naar Europa verkocht als "salamipaard" (50 pond per stuk) en kwam daar in de handel terecht.
Sommige kregen een herkansing en begonnen een tweede leven als recreatiepaard.

Eén vrouw trok zich het beroerde lot van de paarden op de Pounds aan.
Zij was ooit door een volbloed afgeworpen en had meerdere botten gebroken, en had haar vertrouwen teruggewonnen met hulp van een "bomvast" Traveller paard. Ze begon alle mogelijke instanties onophoudelijk te bellen en te schrijven dat deze manier van dieren behandelen een grote schande was. De ambtenaren vonden de zaak echter te onbelangrijk om er op in te gaan, en de vraag die Evelyn, want zij was het, vaak werd gesteld was: "waarom maak je je eigenlijk zo druk om deze dieren?". Haar antwoord: "ze hebben mij iets heel waardevols gegeven en ik wil iets terugdoen".
Op enig moment, op het ministerie van Landbouw, raadde iemand haar aan een stamboek te beginnen. Met papieren zouden de paarden meer waard worden en dus beter een betere behandeling krijgen.
Na enige aarzeling (1996) werd met hulp van vrienden en van een fokker wiens familie al 5 generaties Travellerpaarden fokt en verhandelt, een rasstandaard opgesteld. Omdat er voor deze paarden nog geen consistente naam bestond en het paard een duidelijk Cob-type heeft werd "Irish Cob" als rasnaam gekozen.

In 1998 werd de Irish Cob Society door het Ierse departement van landbouw erkend als Moederstamboek voor de Irish Cob en bij de Europese Gemeenschap in Brussel geregistreerd.
Doelstelling: instandhouding van het oorspronkelijke Travellerpaard onder de naam Irish Cob.
Het begin was moeilijk: de meeste Ieren hebben een lage dunk van Travellers en hun paarden die geen race kunnen winnen en waarmee je ook niet erg hoog kunt springen.
Als "gewone" Ieren een Cob bezitten doen ze hun best deze zoveel mogelijk op een warmbloed te laten lijken: op de Dublin Horse Show begin augustus 2002 zagen we uitsluitend Cobs met kaalgeschoren benen en kort geplukte manen, alsof de eigenaar zich schaamt. Het was ook pas de derde keer dat er niet alleen éénkleurige maar ook bonte cobs op de show waren.

Inmiddels ontstonden in Nederland, Duitsland en Oostenrijk stamboeken voor "Tinkers".
Hun typebeschrijvingen baseren zich op enkele bonte paarden en pony's die uit Ierland waren geïmporteerd die soms wel bont maar geen Cob waren. Gevolg is bijvoorbeeld dat de beschrijving van één van de Duitse stamboeken voor de Tinker veel beter past op een Shire dan op het oorspronkelijke Travellerpaard.

Deze stamboeken doen vaak of hun "Tinkers" hetzelfde zijn als Irish Cobs. Dit is echter onjuist: op de voorbije Irish Cob keuringen in Nederland, Zweden en Duitsland bleek dat van een aantal "premietinkers" van verschillende stamboeken werd vastgesteld dat zij nauwelijks Irish Cob kenmerken bezitten. In enkele gevallen zelfs werd een geregistreerde Tinker door de ICS-keurmeesters als een gewone bonte pony of een kleine Shire geclasseerd.

Andere stamboeken beweren het "type te willen verbeteren" (ze willen niet spreken van een ras) zonder het origineel te kennen, en zijn de fokrichting van de warmbloeden ingeslagen.

Deze activiteiten van dergelijke stamboeken zijn erg bedreigend voor het originele ras: op deze manier verwatert dat tot een gewoon bont rijpaard.

De Irish Cob Society, nu buiten Ierland aanwezig in 6 landen in Europa en in de VS, wil deze verwatering stoppen, en het ras met gerichte fok over de hele breedte op het oorspronkelijke niveau terug brengen. Het zou intens zonde zijn als de traditionele Irish Cob veranderde naar het warmbloed-eenheidsmodel paard zoals met het Gelderse Paard, de Oldenburger, de Haflinger en sommige andere rassen al min of meer is gebeurd. Ook kunnen er, als er geen originelen meer zijn, geen kruisingen meer gefokt worden.

Natuurlijk blijft het mogelijk uit de Irish Cob paarden en pony's te fokken met een specifiek gebruiksdoel in de sport. Speciaal hiervoor kent de ICS de sectie Irish Cob Sport Horses.
Inmiddels draagt de ICS in Ierland inderdaad bij aan de verbetering van het lot van de bonte paarden: de prijzen zijn gestegen (tot spijt van de opkopers voor de slacht), en het kruisen van Cobs met dravers maakt plaats voor het gericht fokken van "Cobby types". In dat opzicht is het Irish Cob Stamboek al een duidelijk succes.
Ook gaan steeds meer mensen in Ierland de Traveller paarden zien als een nationaal ras dat zich onderscheidt van alle andere: ook het Ierse Bureau voor Toerisme toont nu belangstelling voor de ICS activiteiten die op termijn veel recreërende paardenliefhebbers naar Ierland kunnen trekken.

Omdat het Irish Cob ras soms bewust wordt gebruikt in kruisingen met andere rassen is het ook belangrijk dat kruisingen geregistreerd en gevolgd kunnen worden.

Om deze redenen bestaat het Irish Cob stamboek uit twee secties:

1. het Hoofdstamboek voor Irish Cobs, ingedeeld in twee klassen:

Klasse 1: Irish Cobs die een 1ste of 2de premie behaald hebben)
Klasse 2: - nakomelingen van 2 Irish Cobs (uit klasse 1 of 2) en
- Irish Cobs uit een ras toelatings inspectie.

2. de Irish Cob Sport Horse Appendix (kortweg ICSH), ingedeeld in twee klassen:

Klasse 1: geprimeerde Irish Cob Sport Horses
Klasse 2: - nakomelingen waarvan 1 ouder een geregistreerde Irish Cob is, en
- nakomelingen waarvan 1 of beide ouders geregistreerd ICSH zijn, en
- Irish Cob kruisingen uit een toelatings inspectie.

Voor paarden die (nog) niet voldoen aan de rasstandaard omdat ze bijvoorbeeld te jong waren bij de keuring is er de klassering Irish Coloured Horse.
Irish Cobs en -Sport Horses kunnen inschrijven op premie inspecties voor Irish Cobs en voor Irish Cob Sporthorses. Op deze wijze kan een goed uitgegroeide nakomeling van een Irish Cob met een onbekende andere ouder zich kwalificeren voor het hoofdstamboek Klasse 1, en kan een "sportieve" nakomeling van twee Irish Cobs een premie halen als Irish Cob Sport Horse.

© Irish Cob Society Nederland, sept. 2002

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Volgers