Galiceño

Galiceño

De Galiceño is het minst bekende ras dat de Spaanse conquistadores hebben meegenomen naar Amerika.
De Galiceño stamt af van de Garrano, een Spaanse pony afkomstig uit Galicië in Spanje, en de Minho uit Portugal.
Het is een lichte en smalle pony, dat komt door Arabisch bloed. De Galiceño heeft niet de oude Iberische bouw die veel paarden uit die tijd hadden.

Lichaamsbouw
De Galiceño is een mooie pony met Arabische kenmerken.
Het hoofd ziet er intelligent uit, de oren zijn van gemiddelde lengte en de ogen staan vriendelijk en oplettend.
Het hoofd van de Galiceño heeft een recht- of snoekshoofdprofiel, en de neusgaten staan wijdopen.
De stokmaat van de Galiceño ligt tussen de 1.22 en 1.37 meter.
De kleuren lichtbruin, vos, zwart, vaalkleurig, isabel, en schimmel zijn toegstaan. Bonte en albino's mogen niet worden opgenomen in het stamboek.

Geschiedenis
De pony's die eigenlijk in Mexico woonden, werden gebruikt met de mens, maar ze konden zich gewoon vermenigvuldigen. Zo onstond vanzelf de Galiceño.
Pas in 1959 werden de Galiceño's naar Noord-Amerika gebracht. Het was een ideaal tussenmaatje voor kinderen. Het werd een populaire wedstrijd- en showpony.

En verder...
De Galiceño lijkt veel Arabisch bloed geërfd te hebben. Hij is slim, taai, moedig en gehard. Ze kunnen snel leren, en hebben een rustig, maar ook een vurig karakter. Ook zijn het snelle pony's, die bovendien goed kunnen springen. Ze hebben een groot uithoudingsvermogen, en van nature de snelle 'running walk'. Dat is een comfortabele gang, waar je snel en toch gemakkelijk over lange afstanden kan rijden.
Tegenwoordig wordt de Galiceño voor licht tuigwerk, en op de ranch gebruikt. Hij wordt door kinderen bereden, en is een prima wedstrijd- en showpony.

Invloeden
1. Garrano
2. Minho