Franse Draver

Franse Draver

Soort: warmbloed
Herkomst: Calvados Frankrijk
Kijk ook bij: Anglo-Normandische Draver

Over de Franse Draver
De Franse Draver is afkomstig uit Calvados, een Normandische landstreek in de buurt van Caen. De belangstelling voor dit paard nam, met name in de negentiende eeuw, sterk toe nadat in 1836 in Cherbourg draverijen als fokselectie waren gehouden. Zo ontstond een gericht fokprogramma en nam de populariteit van wedstrijden in Frankrijk en daarbuiten toe. Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd het fokken selectiever.

Karakter en verzorging
Mede door de vorm van het hoofd maakt de Franse Draver een intelligente en levendige indruk. Het is een gewillig en energiek dier met soms een wat onevenwichtig karakter. Hij toont zich strijdbaar en is taai.

Gebruiksmogelijkheden
In tegenstelling wat je zou denken aan de naam, worden Franse Dravers ook gewoon onder het zadel gereden. De rijpaarden zijn meestal wat groter dan de dravers. Paarden die niet goed genoeg op de baan zijn worden als rijpaard gebruikt. Franse Dravers lijken over een aangeboren springvermogen te beschikken. De Franse Dravers die voor wedstrijden onder het zadel zijn gefokt, zijn bedoeld om wedstrijdpaarden te fokken.Dat de Franse draver in de tijd steeds sneller werd, blijkt wel uit één van de standaardnormen. Moest in 1922 een Franse draver één kilometer binnen 1 minuut en 42 seconden afleggen, tegenwoordig krijgt hij daarvoor 20 seconden minder de tijd!
Bloed van de Franse Draver is onder andere te vinden in de Selle Français.

Geschiedenis
In Frankrijk zijn drafwedstrijden erg populair. In de 19e eeuw werd het echt een populaire sport, omdat 1836 de eerste drafbaan werd geopend in Cherbourg. Toen gebruikte de mensen daarvoor de Normadiër of de Anglo-Normandiër. Eerst waren de drafwedstrijden gehouden om de stamboek hengsten te keuren, maar daarna werd het een vermaak om naar te kijken.
Om een goed draversras te ontwikkelen werd de Normandiër als basis gebruikt, gekruist met de Norfolk Roadster en de Engelse Volbloed.De Normandiër leverde de veelzijdigheid en voor een deel het temperament van het ras. De Roadster droeg ook bij aan het karakter en zorgde voor het loopvermogen bij de draf, terwijl van de Volbloed de snelheid werd geërfd.Om een nog beter draversras te maken werd in de 19e eeuw ook Hackney- en Orlovdraverbloed toegevoegd aan het ras. Aan het eind van de 19e eeuw werd de Franse Draver ook gekruist met de Standardbreding een poging het paard sneller te maken. Sinds 1937 is dit echter niet meer toegestaan.
Bij het fokprogramma ontstonden eigenlijk twee typen, waarvan een aangespannen paard tot de Franse Draver zou leiden. Het andere type was de Anglo-Normandiër waaruit een rijpaard en een trekpaard, de Selle Français, zou voortkomen. Soms wordt de Franse draver daarom ook wel Anglo-Normandische draver genoemd.
In 1906 werd er een stamboek opgericht voor de Franse Draver. Maar tot 1922 was het geen officieël bestaand ras. Slechts een handvol Franse Dravers konden hun afkomst terugvoeren op een van de stamvaders. Dit waren Conquérant (1858), Lavater (1867), Normand (1869), Niger (1869) en de befaamde vos Phaeton (1871), die zelf een nakomeling was van de bekende Engelse Volbloedhengsten Samson (1745) en Orville (1799).
In 1941 mochten er geen Franse Dravers worden opgenomen is het stamboek waarvan de ouders niet in hetzelfde stamboek waren geregistreerd. Toch mochten een paar uitgekozen Standardbreds het ras nog wat verbeteren. De Franse Draver staat bekend als een van de beste draversrassen. Om te worden opgenomen in het stamboek, moeten de Franse Dravers een kilometer kunnen draven in 1 minuut en 22 seconden.

Exterieur
De Franse draver is een groot en hoog, maar licht paard. Deze draver lijkt wat lichaamsbouw en uiterlijk betreft sterk op de Engelse Volbloed.
Lichaam: De voor- en achterhand zijn krachtig en gespierd, wat een belangrijk kenmerk van dit ras is. Het kruis is afhangend. De schouders zijn sterk en staan rechter dan bij veel andere paarden. De schouders zijn een stuk minder steil dan bij vroegere exemplaren het geval was. De krachtige, rechte rug, de hoge schoft en de diepe borst zijn opvallend.
Hoofd: De Franse Draver heeft een edel hoofd, recht profiel, breed voorhoofd, met wijd uit elkaar staande, slimme ogen en een lange, sierlijke, gebogen hals.
Benen: De benen zijn lang, hard en voorzien van sterke spronggewrichten, ideaal voor snelheid.
Staart: De staart is soms laag ingeplant.
Kleur: De Franse draver komt hoofdzakelijk in de kleuren vos of bruin voor, maar daarnaast zijn er ook exemplaren met vaal of schimmel als kleur, hoewel deze erg zeldzaam zijn. In alle gevallen moet de vacht eenkleurig zijn.
Stokmaat: Het dier heeft een schofthoogte van ongeveer 1.68 meter hoog.

Invloeden
Normandiër
Norfolk Roadster
Engelse Volbloed