De Gidran is ontwikkeld in Mezohegyes en kan worden beschouwd als de Hongaarse versie van de Anglo-Arabier. Zijn stamboom gaat terug op de voskleurige Arabier Gidran Senior van de Siglavy-bloedlijn, die in 1816 uit Arabië werd geïmporteerd. Hij dekte de in Spanje gefokte merrie Arrogante en hieruit werd in 1820 de hengst Gidran II geboren. Gidran II werd de stamvader van het ras. Eerst kruiste men hem met merries van allerlei verschillende en zelfs plaatselijke rassen.
Daarna werden steeds meer Engelse volbloeds gebruikt, gevolgd door meer Arabisch bloed om het type vast te leggen. De moderne Gidran is een groot paard van ongeveer 1,65 meter en bijna altijd een vos. Hij heeft een zwaardere bouw dan de Arabier, maart vertoont wel diens fijne, elegante hoofd en hoog aangezette staart. Het systeem van het buiten laten lopen van kleine kudden merries, elke met een eigen hengst, zorgt ervoor dat de paarden robuust en sterk zijn. De goed gebouwde Gidran Arabier met zijn correcte benen en uitstekende galop zou niet misstaan op een Engelse jachtpartij. Hij wordt veel gebruikt ik wedstrijdsporten en de zwaardere exemplaren zijn uitstekende tuigpaarden.
Van Gidran Senior werd gezegd dat hij erg onstuimig was. Deze reputatie is op zijn afstammelingen overgegaan, die misschien wat eufemistisch vurig en zeer moedig worden genoemd.L
Hoofd
Het hoofd van de zwaarder gebouwde Gidran mist het fijne van de Arabier
Hals
Door de hoek tussen hoofd en hals kan het hoofd gemakkelijk naar alle kanten bewegen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten